5. zestiende eeuw

5. zestiende eeuw

Het aantal huishoudens in totale gebied was:

  • in 1464: 328
  • in 1480: 236
  • in 1511: 192
  • in 1515: 135
  • in 1525: 290

In 1511 telden Son en Breugel bijna evenveel woningen: 98 en 94.

In 1512, 1524 en 1528 plunderden troepen van de hertog van Gelre Breugel. In 1515 had Son nog maar 73 woningen en Breugel nog slechts 62. Eénderde was afgebrand. Desondanks herstelde en groeide Breugel in de 10 jaren daarna rap tot een groter dorp dan Son. In 1629 telde Son 1200 inwoners. In de twee eeuwen daarna steeg het aantal woningen in Son met 30%, terwijl het woningbestand in Breugel wéér slonk, met 35%.

In het begin van de zestiende eeuw was Brabant een deel van de zeventien door de Spaanse keizer Karel V bestuurde gewesten, ”de lage landen van herwaarts over”. Met het openbaren van zijn 95 stellingen in 1517 door Maarten Luther, alsmede het prediken van vrijheid van godsdienstig denken (reformatie) door Calvijn en diverse vroege protestanten, ontlokten zij rigoureuze ingrepen door het Spaanse gezag. Karel V werd in 1555 opgevolgd door zijn zoon Philips II, die vooral vanuit  Spanje zijn macht uitoefende. Hij deed dat op zo’n manier dat er weerstand ontstond tegen zijn gecentraliseerde aanpak. Daarbovenop chanteerde Maarten van Rossum de Breugelse bevolking in 1542 onder dreiging van platbranden van Breugel: hij maakte 1500 gulden buit, wat naar hedendaagse waarde € 93.000,= zou zijn. Het dorp raakte zo financieel volledig aan de grond. In 1599 roofden Bourgondische troepen bovendien alle schapen en runderen uit Son en Breugel.

Sinds het tweede kwart van de 16e eeuw kreeg het protestantse geloof steeds meer aanhangers. De vorming van nieuwe bisdommen, waaronder dat van ’s-Hertogenbosch, waarvan de Sonse Franciscus van de Velde als Franciscus Sonnius in 1559 de eerste bisschop werd, was één van de maatregelen om de ontwikkeling van het protestantisme tegen te gaan. Voor de Nederlandse gewesten was de maat echter vol. Er ontstond verzet op politiek en godsdienstig gebied, uitmondend in een beeldenstorm in 1566 en het begin van de zogenoemde Tachtigjarige Oorlog in 1568. Philips II ondernam harde stappen in het onderdrukken van die opstandigheid, stuurde troepen onder leiding van een landvoogd (o.a. Alva), hief belastingen en bestreed de rebellie en het opkomende protestantisme met een waar schrikbewind. Van 1568 tot 1573 hief hertog van Alva hier dan ook drie belastingen, waardoor de bevolking plotsklaps kaalgeplukt werd: 1% over het eigen vermogen (éénmalig); 5% over omzet uit onroerend goed en 10% over omzet uit roerende goederen. De bewaard gebleven lijst van de inwoners van Son en hun goederen geeft duidelijk aan dat er niet veel rijkelui in Son woonden.

Bij de opgravingen in 2009 tussen het Dommelhuis en de Nieuwstraat zijn meerdere waterputten aangetroffen. Eén daarvan, stammend uit +/- 1600, was gemaakt van een houten ton met daar bovenop een ring van gestapelde bakstenen. Erin bevonden zich plantenresten uit een zeer gevarieerde kruidentuin. In die dagen was het gebruikelijk dat een pastoor met al zijn aanzien geneeskundige bijstand verleende, om daarmee kwakzalvers buitenspel te zetten.

TERUG