3. Romeinse tijd (50 voor Chr. – 450 na Chr.)
Met name het centrum van Son, alsmede diverse locaties langs de Groote Beek zijn de belangrijkste locaties met Romeinse bewoning.
In die tijd liep er al een weg door Son, ongeveer het traject van de Nieuwstraat volgend.
De ijzerproductie – te danken aan een grote hoeveelheid ijzeroer in de ondergrond – die hier al eeuwenlang vóór de komst van de Romeinen plaatsvond, werd in de Romeinse tijd sterk geïntensiveerd. Dit is bevestigd met de vondst in 1993 van de restanten van een natuurstenen ijzeroven nabij het voormalige klooster in Son.
Tussen de Markt en het Kerkplein is in 2015 een crematiegrafveld aangetroffen met as, botresten en aardewerk, op vier plekken vlak bij elkaar. Bij één graf lagen twintig kleine fragmentjes onverbrande steenkool met een sterke glans, vermoedelijk magerkool, dat geassocieerd wordt met Romeinse villa’s. Deze vondst sluit daarom aan bij de grote hoeveelheid Romeins keramisch bouwmateriaal dat tijdens onderzoeken vóór 2015 is gevonden en vormt een extra aanwijzing voor een Romeinse villa in de directe omgeving. In het gehele gebied vanaf het Kerkplein tot aan de Groote Beek en globaal vanaf de Nieuwstraat (westzijde) tot achter het Vestzaktheater zijn talloze sporen van gebouwen aangetroffen, waarvan een aantal met pannen gedekt was.
Ten westen van de Waterstraat zijn in 2016 sporen van boerderijen uit deze tijd aangetroffen, evenals grote hoeveelheden aardewerk, grofkeramiek, glas, ijzeren gebruiksvoorwerpen, slijp- en maalstenen en vuurmakers, een bronzen armband en een kopje van een beeldje van een moedergodin. Gezien de grote hoeveelheid grofkeramiek kwamen in deze nederzetting zeer waarschijnlijk gebouwen met pannen daken voor.
Elders op bedrijventerrein Ekkersrijt zijn in 1989 sporen gevonden van talloze erven met woningen tot 33 meter lengte, waarvan de muren waren vervaardigd van leem. Ook op andere locaties, verspreid over de gemeente, is bewoning in de Romeinse tijd aangetoond, zoals bij de Castiliëlaan (nu Eindhoven), Hooidonkse Akkers en Wolfswinkel.
Door volksverhuizingen met hierbij gepaardgaand geweld verliet het Romeinse bestuur (en leger) zuidelijk Nederland vanaf het eind van de 4e eeuw. Een nieuwe bevolkingsgroep koloniseerde dit gebied op beperkte schaal. Het centrum van Son is echter altijd bewoond gebleven, terwijl andere locaties verlaten werden.